Zienswijze m.b.t. het voornemen tot wijziging bestemmingsplan Eck en Wiel, Rijnbandijk 6a, 10a, 10b en Schans 3. Gemeente Buren.
Bestemmingsplan, ontwerp (2023-03-23)
Geacht gemeentebestuur,
Als inwoners van de gemeente Buren maken we ons ernstige zorgen over uw voornemen tot wijziging van bestemmingsplan Rijnbandijk 6a, 10a, 10b en Schans 3, waarin u omvangrijke nieuwe bebouwing mogelijk maakt in de uiterwaard van de Nederrijn nabij Maurik en Eck en Wiel.
Er wordt met de beoogde recreatieve voorzieningen steeds meer (gebruiks)ruimte onttrokken aan ons als bewoners in dit gebied. Voor ons als inwoners van de dorpen langs de rivier wordt de vrije toegang tot de dijk, de uiterwaarden en de rivier steeds moeilijker.
1. Toename van verkeer op de dijk en omgeving
Door een omzetting van deze familie-seizoens-camping naar een jaarrond in gebruik zijnd recreatiepark gericht op wekelijkse verhuur zal het verkeer op dijk en omgeving aanzienlijk toenemen. Dit gaat ten koste van veiligheid van de wandelaars, fietsers en andere weggebruikers van de dijk en toe- en afvoerwegen.
Veel bewoners van Maurik en Eck en Wiel wandelen en fietsen hier regelmatig. Er is nu al veel last van het autoverkeer op de dijk. Voor de eigen inwoners zou dit verkeer eerder moeten afnemen om de leef kwaliteit van het gebied te behouden en te verbeteren. Er wordt met de beoogde recreatieve voorzieningen steeds meer (gebruiks)ruimte onttrokken aan ons als bewoners in dit gebied.
2. Toename van negatieve druk op natuur, landschap en direct aangrenzend Nature 2000 gebied.
De nieuwe centrale voorzieningen, zoals restaurant en zwembad en de recreatiewoningen die het hele jaar in gebruik zijn, zullen gepaard gaan met extra verkeer en activiteiten, die daarbij leiden tot een vergroting van de belasting op natuur en landschap inclusief het direct aangrenzende Natura 2000 gebied. Dat geldt voor luchtverontreiniging inclusief stikstof, lawaai en drukte en wat dies meer zij.
De druk op natuur en milieu op de bijzondere natuur van uiterwaarden en oeverwallen zal hierdoor verder toenemen, vergelijkbaar met andere gebieden in Nederland waar rustige familie seizoen’s campings zijn omgevormd tot jaar rond in gebruik zijnde recreatieparken met faciliteiten zoals restaurants en zwembaden.
Wij noemen dit een Roompotisering van het uiterwaardengebied van de gemeente Buren. Wij vinden dat de gemeente te veel gemakkelijk ruimte biedt aan dit proces waarbij de karakteristieke rust, ruimte, natuur en landschap wordt opgeofferd aan intensieve bebouwing en intensieve recreatie.
3. Bebouwing is in strijd met het beleid Ruimte voor de Rivier
Bebouwing van uiterwaard en de ophoging van uiterwaard in het stroomvoerend regiem van de rivier zoals in dit plan is weergegeven leidt tot een vermindering van de ruimte voor de rivier bij hoogwater. Door klimaatverandering zal hoogwater vaker voorkomen en extremer worden.
Vernietiging van eerdere investeringen
Om overstromingen te voorkomen is er, sinds de bijna overstroming van de Betuwe met evacuatie van ruim 250.000 bewoners, ongeveer 2,5 miljard euro aan overheids- middelen geïnvesteerd in het vergroten van de ruimte voor de rivier. Hiertoe zijn in de uiterwaard gelegen huizen afgebroken en bossen zijn gekapt. Met de voorliggende wijziging bestemmingsplan inclusief de ophoging van gronden wordt een deel van de eerdere investeringen in Ruimte voor de Rivier vernietigd.
Voor zover wij kunnen nagaan is het plan inclusief de ophoging van gronden strijdig met de Beleidslijn Grote Rivieren zoals die geldt voor niet rivier-gebonden activiteiten.
Stoppen met bouwen in de uiterwaard
Na de bijna-ramp in 1995 besloot het kabinet bij monde van minister Jorritsma tot het “stoppen met bouwen in de uiterwaard” Later hebben verschillende vastgoed-projectontwikkelaars kleine weggetjes gevonden om toch te bouwen. Daarom is vorig jaar door de regering op de rem getrapt.
De Deltacommissaris adviseerde vorig jaar in zijn brief van 7 april nadrukkelijk om te stoppen met bouwen in de uiterwaarden en te beginnen met opruimen van bestaande bebouwing. Letterlijk adviseerde de Deltacommissaris: “accepteer geen nieuwe niet watergebonden buitendijkse ontwikkelingen in het waterbergend en stroom voerend gebied van de grote rivieren en ruim bestaande overstromingsgevoelige objecten geleidelijk op”.
Verbod op het bouwen in de uiterwaarden
Het kabinet kwam later dat jaar met een verbod op het bouwen in de uiterwaarden zie de brief van minister Harbers en Staatsecretaris Heijnen hieronder geciteerd: “We staan in de uiterwaarden geen nieuwe bebouwing meer toe............ruimtelijke plannen van de gemeenten en provincies worden hierop aangepast”.
In de toelichting wordt in de beschrijving van het toepasselijke nationale en provinciale beleid wel melding gemaakt van een ‘regeling’ die van toepassing is op het besluitvlak, maar vervolgens wordt niet vermeld welke regeling dat is, welke gebieden worden bedoeld met ‘gebied 1’ en ‘gebied 2’ en is voorts niet duidelijk op welke wijze is getoetst.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
Aannemelijk is dat het hier gaat om het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) gaat, maar een uitdrukkelijke verwijzing is wel op zijn plaats. Uit de tekst lijkt verder af te leiden dat het hele gebied in het stroom voerend deel van de rivier ligt. Op grond van artikel 2.4.4 Barro mag een bestemmingsplan uitsluitend een wijziging mogelijk maken ten behoeve van die in die bepaling genoemde activiteiten. Blijkens de toelichting is geen van deze activiteiten hier aan de orde.
Dat betekent dat art. 2.4.5 van het Barro van toepassing is en dat de wijziging slechts is toegestaan indien activiteiten worden mogelijk gemaakt die per saldo meer ruimte voor de rivier opleveren op een vanuit rivierkundig oogpunt bezien zo gunstig mogelijke locatie.
Rivierverruimende maatregelen
In het bestemmingsplan moet worden vastgelegd welke rivierverruimende maatregelen worden genomen. In de algemene criteria die in artikel 2.4.3 van het Barro zijn opgenomen wordt onder meer als eis gesteld dat door de nieuwe bestemmingen geen feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier mag ontstaan. Uit niets blijkt dat aan deze criteria is getoetst. In de toelichting wordt slechts vermeld dat met Rijkswaterstaat afstemming heeft plaatsgevonden.
Dit is oncontroleerbaar en zou op zijn minst moeten zijn vastgelegd in een schriftelijk advies, waaruit blijkt welke rivierkundige toets door Rijkswaterstaat is uitgevoerd om te beoordelen of aan de criteria van het Barro wordt voldaan. Omdat in de toelichting wordt opgemerkt dat voor de activiteiten nog een watervergunning zal moeten worden aangevraagd, in het kader waarvan nog zal moeten worden afgewogen of de plannen voldoen aan het bepaalde in de Beleidslijn grote rivieren.
Voordat die afweging is gemaakt is een wijziging van het bestemmingsplan prematuur, omdat niet duidelijk is of die vergunning zal worden verleend en het plan uitvoerbaar is.
Wat betreft het Barro is in ieder geval de vraag of sprake is van een belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit niet kenbaar afgewogen en evenmin is duidelijk welke rivierverruimende maatregelen worden genomen en hoe die zijn geborgd in het bestemmingsplan.
Nieuwe bestemmingen
Het nieuwe plan maakt de bouw van recreatiewoningen mogelijk waar dat, op grond van het vigerende bestemmingsplan, niet was toegestaan. Het kent aan een deel van het plangebied de bestemming wonen toe met daarbij behorende bebouwing. Dit zijn duidelijk nieuwe bestemmingen die moeten voldoen aan de criteria die in het Barro worden gesteld.
Omdat de afweging op grond van deze criteria niet kenbaar heeft plaatsgevonden kan daar in dit stadium niet op worden gereageerd, maar gezien hetgeen hierboven is opgemerkt komt het ons niet waarschijnlijk voor dat de beoogde wijziging van het bestemmingsplan aan die criteria voldoet.
4. Gemeente brengt de overstromingsveiligheid van eigen bewoners in gevaar
Met het toestaan van de nieuwe bebouwing worden er ca. 110 recreatiewoningen geplaatst in het winterbed van de rivier. Die woningen zijn volgens de plannen verplaatsbaar.
Rijkswaterstaat eist dat alle 110 de woningen verplaatst worden bij extreem hoogwater. Door klimaatverandering is de kans op een hoogwater zoals in 1995 nu en in de toekomst veel groter dan voorheen. Helaas staat er in de vergunning aanvraag niet:
- Welke organisatie stelt vast wat extreem hoogwater is?
- Wat is het niveau waarop dat is vastgesteld.
- Hoeveel dagen van tevoren is bekend wanneer het extreem hoogwater wordt bereikt?
- Welke partij is wettelijk aansprakelijk voor het verplaatsen van de woningen?
- Welke rechtspersoon is aansprakelijk voor de schade wanneer de woningen niet tijdig zijn verplaatst.
- Welke partij is aansprakelijk indien de rechtspersoon onder 5 inmiddels failliet is?
Het probleem bij extreem hoogwater is dat er in zo’n situatie veel meer gebieden langs de grote rivieren in een alarmtoestand zijn, zoals in 1995 toen er geen zwaar verkeer werd toegestaan op de dijken en de militairen werden ingeroepen om de dijken te bewaken.
Voor de eigenaren geldt dat deze buitendijkse recreatiewoningen bij wet niet kunnen worden verzekerd tegen wegspoelen door hoog rivierwater en mogelijke vervolgschade. Indien de recreatiewoningen worden verrast door het hoge water belemmeren ze de vrije doorgang van water of ze slaan los van hun fundering. De rivier stuwt dan op en de brokstukken kunnen de dijk beschadigen. Met als gevolg dat de kans op overstroming van de Betuwe toeneemt.
De kans op overstroming van de Betuwe is in de huidige situatie al het hoogste van alle gebieden van Nederland, zie bijgaand kaartje. De kans op verlies van leven door verdrinking is in de Betuwe ruim 100 keer zo groot als in de Randstad. De Betuwe fungeert voor Nederland als water opvang bekken bij extreme rivier afvoer. De gemeente maakt door het wijzigen van het bestemmingsplan de situatie erger, gevaarlijker. Gevaarlijker dan in de situatie met de seizoens-camping waarbij tenten en caravans in de (winter) hoog water periode werden weggehaald.
Voor zover de activiteiten zouden kunnen worden toegestaan dient het bestemmingsplan ten minste een duidelijke regeling te bevatten, waarmee gegarandeerd is dat de huisjes daadwerkelijk worden verplaatst bij hoogwater. Bijvoorbeeld: een voorwaarde dat de bebouwing alleen dan in stand mag worden gelaten indien en zo lang:
- een partij de verantwoordelijkheid draagt voor verplaatsing;
- daartoe bevoegd is,
- een terrein beschikbaar is waar de huisjes kunnen worden geplaatst bij hoogwater;
- en door middel van een bankgarantie of anderszins aantoonbaar over voldoende middelen beschikt om de verplaatsing te allen tijde op korte termijn te kunnen uitvoeren.
De planregels bevatten geen enkele bepaling die zekerstelt dat de recreatiewoningen daadwerkelijk verplaatst worden indien de waterstand daar aanleiding toe geeft.
5. Verpanding van de grond, kwetsbaarheid van eigenaren en van gemeente.
We begrijpen uit de aanvraag dat de recreatiewoningen met bijbehorende grond worden verkocht aan particuliere eigenaren. Dat betekent dat de gemeente straks te maken heeft met ca. 110 particuliere eigenaren met ieder een eigen stukje grond in de uiterwaard. Wat kan de gemeente doen wanneer de komende jaren vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) de opdracht komt om te beginnen met het opruimen van bebouwing in de uitwaarden?
Het gaat om eigenaren die veelal wonen in het buitenland en die zeer waarschijnlijk onvoldoende op de hoogte zijn van de risico’s die ze lopen.
Wie voelt zich bijvoorbeeld ten tijde van extreem hoogwater verantwoordelijk voor deze eigenaren en de recreanten die de woningen huren?
Wat is dan de rol, aanspreekbaarheid en aansprakelijkheid van de overheidsinstantie die de vergunning heeft afgegeven om te bouwen in het winterbed van de rivier, waarbij de woningen niet zijn verzekerd tegen schade door de rivier?
De huisjes verkoop brochure geeft duidelijk aan dat het beleggen in deze woningen valt buiten het toezicht van de AFM, de Autoriteit Financiële Markten. De AFM vraagt altijd om een heldere en toetsbare omschrijving van de risico’s van een investering/belegging. Wij vermoeden dat een heldere risicoparagraaf ontbreekt in de verkoopbrochure.
Wij vinden dat de gemeente veel te gemakkelijk voorbijgaat aan de verantwoordelijkheid voor de mensen die hier een droomhuisje denken te kopen met tijdelijk gegarandeerd rendement.
Op basis van bovenstaande argumenten en veiligheidsbeschouwingen willen wij er bij u aandringen het voorstel tot wijziging van het bovengenoemde bestemmingsplan af te wijzen. Wij zullen deze zienswijze gaarne bij u toelichten.
Bestuur Dijkwacht Buren
5 mei 2023
Figuur 1. Lokaal Verdrinkingsgevaar als functie van de ‘huidige’ kansen (momentopname, circa 2022) en resulterende waterdiepten van dijkdoorbraken, uitgedrukt als jaarlijkse kans te overlijden door een overstroming. Publicatie in het Tijdschrift H2O 2023: Overstromingsgevaar en de woningbouwopgave: ruimtelijke zonering? Door Frans Klijn (Deltares, TU Delft), Karin de Bruijn, Marco Hoogvliet & Kymo Slager (Deltares).
Figuur 2. Een mogelijke overstromingsgevaarzonering, gebaseerd op het Lokaal Schadegevaar (LSG) en het Lokaal Verdrinkingsgevaar (LVG) voor de ‘huidige’ kansen (momentopname, circa 2022) en resulterende waterdiepten. Publicatie in het Tijdschrift H2O 2023: Overstromingsgevaar en de woningbouwopgave: ruimtelijke zonering? Door Frans Klijn (Deltares, TU Delft), Karin de Bruijn, Marco Hoogvliet & Kymo Slager (Deltares).
Tabel 1. Indeling in gevaarzones, met een indicatie van het waarschijnlijke schadegevaar en aanduiding van de meest voorkomende combinatie van overstromingskarakteristieken. Publicatie in het Tijdschrift H2O 2023: Overstromingsgevaar en de woningbouwopgave: ruimtelijke zonering? Door Frans Klijn (Deltares, TU Delft), Karin de Bruijn, Marco Hoogvliet & Kymo Slager (Deltares).
Om de zienswijze te downloaden als pdf, klik op onderstaande afbeelding:
Wanneer andere bezorgden een zienswijze willen indienen dat ze daarbij zondermeer gebruik kunnen maken van de teksten van de door ons ingediende zienswijze. Indienen dient voor 11 mei te gebeuren. Hoe meer stemmen hoe meer aandacht!